De cirkel
“And worse, you’re not doing anything interesting anymore. You’re not seeing anything, saying anything. The weird paradox is that you think you’re at the center of things, and that makes your opinions more valuable, but you yourself are becoming less vibrant. I bet you haven’t done anything offscreen in months. Have you?”
― Dave Eggers, The Circle
“Mornings can’t be more perfect than this”, vertelde hij me glunderend met een blik over het gladde wateroppervlak, “you can take a kayak and go, it’s on the house!”
Voor we de Cirkel van Dave Eggers (nog) niet las, geen nood want ik vaar rustig rondom de spoilers, en wie het boek wel las zal met het volgende verhaal waarschijnlijk wel weten waar ik naartoe wil:
Over ochtenden dus en kajakken en een onverwacht beleefd moment waar geen bewijs van bestaat.
Ik zat op een steiger foto’s te maken van het water waarop schrijvertjes aan ochtendgymnastiek deden toen hij in zijn kajak tot aan de steiger gleed. De ochtend was nog kakelvers maar de zon ging in die periode van het jaar nauwelijks onder, ze kuste net de horizon en klom dan weer omhoog. Overdag was het hangmatweer, maar de ochtend was magisch, daar waren we het over eens, ookal bleken we de enigen want al de rest sliep nog.
Ik twijfelde geen seconde, sprong in mijn badpak, zocht een short, kieperde snel wat zonnemelk over mijn schouders en nek en ging op zoek naar een peddel voor de kajak.
De tip die ik meekreeg om niet meteen over het diepste stuk te peddelen was goud waard want dit type was ik niet gewend. Op de meeste plekken laten ze je enkel te water in praktisch onzinkbare logge boten die vooral een famillie dikke Duitsers droog tot het eindpunt moeten zien te vervoeren. Dit exemplaar was van een totaal andere orde. Vederlicht en snel. Ik sneed nooit zachter door het wateroppervlak. Maar ook fijner van bouw, dus de eerste 100 meter leek mijn onderlijf een wiebelend eigen leven te leiden.
Door het heldere water kon ik onder me de bodem zien en aan de eilandjes die ik passeerde kwamen vogels nieuwsgierig kijken. Gek genoeg lijk je een minder eng mens wanneer je in een boot passeert.
Door het riet peddelde ik tot aan één van die rotsachtige eilanden, waarop bomen met hun diepgroene kruin naar de zon reikten, en trok de boot omhoog op de rotsen (je wil immers je boot niet zien wegvaren zonder je).
Het water was glashelder, kleine vogeltjes lieten zich nu en dan horen maar verder was het muisstil. Een hele tijd stond ik daar gewoon. Te kijken. En dan dook ik het koude water in– een sensatie.
Bij mijn terugkeer stond hij al heel nieuwsgierig op me te wachten op de steiger. Of dit niet absoluut perfect was?
Zeker weten!